Hoog tijd om kritischer te kijken naar arbeidsproductiviteit

In de afgelopen tien jaren behaalde Nederland 90% van haar BNP-groei door meer werken en meer werkenden. Slechts 10% door slimmer werken. Het kabinet en allerlei belangenorganisaties zetten bij de bestrijding van de huidige personeelstekorten vooral in op meer werkenden. Dit op basis van een vermeend ‘onbenut arbeidspotentieel’ van 1,2 miljoen dat volgens onze analyse heel veel kleiner is (zie vorige blog). Zeker, waar mensen meer kunnen en willen werken is het goed dat dit kan. Stimuleringsbeleid hiervoor is prima, maar het is hoog tijd om onze pijlen ook te richten op slimmer werken! De verbetering van onze arbeidsproductiviteit. 
 
Arbeidsproductiviteit gaat over de toegevoegde waarde per gewerkt uur. CBS-cijfers laten slechts één procent groei zien over de afgelopen tien jaren. Veel diensten, zoals het regelen van bankzaken of online shoppen voor kleding, gaan efficiënter. Maar die productiviteitswinst verdwijnt vrijwel volledig in het grotere geheel. Waaraan gaat die geboekte productiviteitswinst verloren? Waaraan verspillen we de werkuren die we op andere terreinen juist besparen? Komt dit omdat er geen balans is tussen operationele en niet-operationele beroepen? 
 
Operationele beroepen zijn ‘de handen aan het bed’, de docent of de loodgieter. Het zijn beroepen met over alle sectoren heen de grootste werkdruk en vaak ook het hoogste ziekteverzuim. Kan het zijn dat we vooral tekorten hebben in de operationele beroepen? En dat we de oplossing vooral moeten zoeken in de niet-operationele beroepen? Wij denken van wel! Omscholing is nodig. Niet zozeer van krimp- naar groeisectoren – zoals het kabinet en belangengroepen propageren - want tekorten zijn er overal. Maar vooral van niet-operationele beroepen naar operationele beroepen.  

Terug naar de arbeidsproductiviteit en kijkend naar de niet-operationele beroepen: vinden we hier ons ‘lek’ in arbeidsproductiviteit? Weliswaar ‘heel druk’ met overleggen, scrumsessies, congressen, stand-up meetings en vergaderen, maar is het zinvol of nodig? Waarom met zoveel mensen? Met een decentrale aanpak werken terwijl een efficiënte centrale aanpak ook had gekund? Voor deze vragen lijkt weinig tot geen aandacht. Misschien is het de kalkoen naar Kerstmis vragen en daarom wordt er liever naar oplossingen gezocht in onbenut arbeidspotentieel. Maar als we onze arbeidsproductiviteit niet verbeteren missen we mogelijkheden om ‘uit’ te komen met onze werkuren. Of om de benodigde toegevoegde waarde te realiseren in de werktijd die we beschikbaar hebben. Reken hier ook nieuwe, maatschappelijke opgaven als de klimaattransitie in mee. 

Onze visie: we komen de kraptecrisis alleen te boven als we elk uur waardevol maken. Kritisch zijn op wat we doen. Stoppen met werk dat (te) weinig of geen toegevoegde levert. Maak van uren vergaderen, uren voor de klas. De manager of beleidsmedewerker liever (deels) aan het bed of op het dak om een zonnepaneel te installeren. Een benadering die zich richt op toegevoegde waarde en efficiëntie is naar onze overtuiging noodzakelijk én voor iedereen de moeite waard. Voor de werkende, voor de werkgever en ook voor onze economie en samenleving als geheel. 

Vriendelijk dank voor het lezen van de tweede blog van Werkperspectief.nl. De volgende bijdrage gaat in op het thema ‘omscholen’. Laat ons weten wat u van dit verhaal vindt – stuur uw reactie naar contact@werkperspectief.nl