Werknemers gezocht? Vergeet het miljoen

De stevige uitspraak “een miljoen mensen zitten thuis zonder werk” kreeg tijdens het hoofdlijnendebat van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weer nieuw elan. Het CBS trad eerder naar buiten met dit getal van onbenut arbeidspotentieel. Inmiddels komt het meest actuele CBS-cijfer uit op 1,193 miljoen. Maar zijn er daadwerkelijk meer dan een miljoen mensen die (meer) willen werken maar dat nog niet doen? En wat als het aantal veel kleiner is?

Het onbenutte arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en deeltijders die meer uren willen werken. CBS past hierbij een internationale definitie toe die rekent van 15 jaar tot en met 75 jaar. Een flink deel van dit potentieel bestaat uit scholieren of gepensioneerden. Als we voor deze groep corrigeren neemt het onbenut arbeidspotentieel fors af.

CBS rekent tot het arbeidspotentieel mensen die meer willen werken, maar er zijn ook mensen die minder willen werken. Die worden niet meegeteld. Is de poule om uit te vissen zo groot als uit veel persberichten blijkt? Rekenen we ons rijk met mensen die er niet in die aantallen zijn? En wat betekent dit voor alle initiatieven om personeelstekorten weg te werken?

Bijna alle initiatieven om personeelstekorten weg te werken richten zich op nieuwe instroom. Daar is niets op tegen en hier valt ook zeker nog te winnen. Momenteel zijn er nog teveel barrières. Zoals risico op verlies van toeslagen of geen toereikende buitenschoolse opvang voor kinderen. Maar kijkend naar de cijfers lost dit de grote krapte op de arbeidsmarkt maar deels op. Het aantal mensen dat meer wil werken weegt niet op tegen de flinke vraag naar arbeid van de komende jaren.

Ook van omscholing van krimp- naar groeisectoren is beperkte bijdrage te verwachten, want personeelstekorten zijn er vrijwel overal. Ook in vrijwel alle beroepen.

Tegen deze achtergrond ontkomen we niet aan de opdracht om anders te kijken naar werk en naar de mensen die al werkzaam zijn. Automatiseren en robotiseren zijn niet alleen ontwikkelingen waarop we moeten reageren; het zijn vooral ook noodzakelijke oplossingen om het werk met het reëel beschikbare arbeidspotentieel uit te kunnen voeren. Ook moeten we kritischer zijn op wat we doen. Willen we koste wat kost al het werk in Nederland doen? Of gaan we kritischer zijn op toegevoegde waarde en daarop focussen? Hoe behalen we maximale toevoegde waarde met het arbeidspotentieel dat we werkelijk hebben?

Onze conclusie: laten we de feiten onder ogen zien. Zeker, laten we barrières slechten die mensen tegenhouden om meer te werken. Maar laten we ook realistisch zijn en feiten onder ogen zien: het onbenut arbeidspotentieel is veel minder dan één miljoen. Dat vraagt om maatregelen in het werk: wat doen we wel en wat doen we niet? En ook over hoe we efficiënter kunnen werken.

Vriendelijk dank voor het lezen van de eerste blog van Werkperspectief.NL. De volgende bijdrage gaat in op de definitie van arbeidsproductiviteit.