Alleen omscholen leidt af: een bredere blik is nodig

Wie in het coalitieakkoord het onderdeel over de arbeidsmarkt leest, kan de indruk krijgen dat omscholing de gouden oplossing voor het personeelstekort is. Omscholing wordt vaker als troef ingezet. Is al die aandacht terecht?

Opgesteld door werkgroep Data-analyse

Hoewel er specifieke opleidingen en beroepen binnen sectoren zijn, overstijgen veel beroepen deze schotten. Zoals HR-medewerkers, administratieve medewerkers of IT’ers. Deze professionals bewegen zich eenvoudig tussen de branches, wat duidelijk werd tijdens de pandemie.

Gedurende de covidcrisis verloren naar schatting ongeveer driehonderdduizend werkenden hun baan. Ook mensen met sectorspecifieke beroepen. Toch liep de werkloosheid met niet meer dan honderdduizend in totaal op. Vanaf het derde kwartaal van 2020 daalde de werkloosheid weer snel. Inmiddels hebben we vijftigduizend minder werklozen dan bij de start van de crisis.

Mensen zitten niet ‘gevangen’ en weten klaarblijkelijk hun weg naar andere branches te vinden. Zo toont onderzoek van CBS dat aanzienlijke mobiliteit bestaat (al lijkt deze verminderd van sprake bij de overheid) en dit geldt niet alleen voor werkenden met generieke beroepen. Daarnaast laat onder meer onderzoekscentrum Centerdata zien dat meer sectorspecifieke beroepen veel competenties kennen die vaak met weinig bijscholing bruikbaar zijn in andere sectoren. De omscholing van krimp- naar groeiberoepen lijkt daarom niet direct de belangrijkste invalshoek om krapte te bestrijden. Omscholing veronderstelt namelijk dat de kloof tussen beroepen groot is én dat veel beroepen verdwijnen.

De vermeende sectorale schotten zijn wellicht minder problematisch dan vaak wordt gesteld. Met beperkte bijscholing blijken mensen op meerdere plekken goed inzetbaar. Een prettige bevinding! Maar wat betekent dit voor de beleidsfocus op omscholing?

Uiteraard zijn opleidingen belangrijk, bijvoorbeeld om werkenden voor te bereiden op de gevolgen van digitalisering in hun beroep. Om productiever te zijn in hun arbeid. En dit is precies het punt: scholing is vooral nodig in het beroep. Technologische ontwikkelingen leiden niet zozeer tot verschuivingen tussen sectoren, maar vooral binnen sectoren.

De vraag rijst of het verstandig is om teveel te focussen op omscholing. Leidt deze focus niet teveel af van waar het werkelijk om gaat? Besteden we voldoende aandacht aan het organiseren van werk, het up-to-date houden en bijscholen van mensen in hun huidige baan, de invulling van werk of aan het verwelkomen van ‘andere type’ medewerkers?

 

Vriendelijk dank voor het lezen van de derde blog van Werkperspectief.nl. De volgende bijdrage gaat in op het thema ‘transitie van werkgevers- naar werknemersmarkt’. Laat ons weten wat je van dit verhaal vindt – plaats onderstaand jouw reactie.